Dr. Arnout-Jan Bijsterveld, professor aan de Universiteit Tilburg, houdt zich al lang bezig met het verband tussen geschiedenis, historische geografie en archeologie. Hij vertelt wat je wel en wat je niet mag verwachten van deze onderwerpen, over de periode tussen 700 en 1200 en over de lessen die wetenschappers sinds dertig, veertig jaar hebben geleerd over methodes van onderzoek. En hoe ze daar ook wel in de fout zijn gegaan. “In Dongen is er heel veel gesloopt en gebouwd. En iedere eeuw zag het er wel anders uit. Als u niets doet aan uw eigen tuin is het na tien jaar ook een middeleeuwse tuin”, zegt hij. Een greep uit zijn rijke collectie onderwerpen:
Door Ruth Wilmans
Aanraakbaar
De middeleeuwen zijn eigenlijk niet zo ver weg. We kunnen ze letterlijk aanraken. Het gebinte van een middeleeuwse herberg is in het centrum van Eindhoven aangetroffen en heropgebouwd in het historisch openluchtmuseum Eindhoven. Van het gebinte van het hout van de Armenhoef, een boerderij tussen Oirschot en Best, kon men bepalen dat de boerderij uit 1263 dateert en daarmee het oudste bewaarde gebouw is ten noorden van de Alpen. De Moriaan op de markt van Den Bosch, is het oudste Nederland bakstenen, gebouwd in 1220. De middeleeuwen zijn tegelijkertijd ook heel vreemd. Het 10 jaar geleden gevonden oudste stadsgezicht van Nederland, met afbeelding van Breda begin 16e eeuw, toont een totaal ander Breda dan nu. Breda is daar een middeleeuwse stad met muren en grachten rondom.
Interpretatie
Op het platteland van Noord Brabant zijn sporen heel beperkt aanwezig. Het is veel moeilijker te weten hoe de dorpen op de hogere zandgronden er uitzagen. Er zijn theorieën die achteraf niet blijken te kloppen. Zoals de theorie dat men een alleenstaande kerk met kerkakkers er rond, tussen verschillende gehuchten bouwde, zodat de bewoners allemaal naar die kerk konden lopen. Maar het bleek dat mensen verhuisd zijn naar lagere gebieden, dorpen vervallen en onder akkers verdwenen zijn. Pas door latere opgravingen wordt het duidelijk dat die dorpen rond de kerk er toenmaals waren. De kerk is alleen het langste blijven staan. Maar het verklaart wel dat er in Brabant op zoveel plekken ergens in de akkers een alleenstaande kerk staat.
Mooi verhaal
Ook vondsten in de bodem zijn multi-interpretabel. Het is fantastisch als je als archeoloog de eerste bent, die na zoveel eeuwen een object in de grond vindt. En je fantasie kan zomaar op hol slaan. De verleiding is groot om er een interessant verhaal aan te knopen. Een mooie gouden Romeinse helm, gevonden in het veen in de Peel, werd toegeschreven aan een verdronken legerofficier. Maar is waarschijnlijk een offergave, door de inheemse bevolking als een magisch ritueel uitgevoerd. Dus geen spoor van een Romeinse officier.
Authentiek
Kleine perceeltjes met een coulisselandschap, zoals in de Mortelen, staan nu bekend als authentiek Brabants. Maar is dat wel zo? Onderzoek toont aan, dat het een eeuw daarvoor een kaal en open heidelandschap was en weer een paar eeuwen daarvoor her en der boerderijen stonden, of nog vroeger bedekt was bos. Op het platteland zijn de middeleeuwen en alle veranderingen die hebben plaats gevonden, veel moeilijker te vinden. We weten nu wel meer van de levensomstandigheden, waar mensen van leefden, wat ze aten, hoe ze woonden en hoe ze erven inrichten, hoe ze begraven werden. Maar het grote verhaal uit geschreven bronnen, gaat over de kerkelijke en wereldlijke macht. Ook met die bronnen moeten we voorzichtig zijn. De meeste mensen konden niet lezen of schrijven, en wat wel is opgetekend, door een kleine selecte groep mensen, was om een claim of pretentie vast te leggen. Bijvoorbeeld welk bezit men had, of wat aan iemand betaald moest worden. Alleen kloosters en kerken hadden goede archieven. Gewone mensen en hun levensomstandigheden komen in de geschriften nauwelijks voor. We moeten dus oppassen voor speculatie.
Hoe komt het dat wij Brabanders zijn?
In het tweede deel van de lezing schetst prof. Bijsterveld aan de hand van kaartmateriaal de ontwikkeling van het landsdeel Texandrië, (ongeveer overeenkomend met het huidige Noord Brabant,) van de vroege middeleeuwen tot het grote hertogdom Brabant in de 12e eeuw. “Met name de 11e en 12e eeuw zijn ongelofelijk belangrijk geweest”, zegt hij. Er was een enorme economische, demografische, en culturele expansie. Het landbouw areaal werd uitgebreid. Het was een enorm doorgangsgebied en er werd erg veel gereisd. Bijna elke plek had een motteburcht, een versterking. Den Bosch is groot geworden door de ijzerproductie. Brabant is een oude naam. Brak betekent breken, ontginnen, en bant betekent streek. De Duitse keizer benoemt in 1183 graaf Hendrik 1e tot hertog ‘in zijn eigen gebied’. Deze Hendrik claimt de oude naam Brabant en gaat ze gebruiken voor wat zijn gebied werd.