Eindelijk, de zon. De regenjas aan de kapstok en een droge hond, heel gezellig allemaal. Na alle grijze nattigheid van deze lente moet ik zelfs even wennen aan de open blauwe lucht. Manlief en ik komen overeen dat wij geen zin hebben in avonturen buitenshuis, we willen gewoon in ons tuintje genieten van deze zonovergoten zondag en verder effe niks, dat is het plan. Maar voor “nietzitters” als wij is anderhalf uur “welzitten” best lang, dus als de broodjes op zijn komen we toch maar in actie.
Ik zet mijn laptop op de tafel onder de overkapping om dit stuk te schrijven en Lief wil gewapend met hark, schoffel en passie het onkruid in de tuin te lijf gaan. Hiervoor moet hij nog wel wat attributen verzamelen:
“Weet jij waar de tuinhandschoenen liggen?”
“Nee.”
“Snap ik niks van, ze liggen altijd op dezelfde plaats.”
“Ja.”
“En die kleine snoeischaar met dat rode handvat, heb jij die weggelegd?”
“Nee.”
“Ik ben altijd alles kwijt hier.”
“Ja.”
“Zoek je even mee?”
“Nee.”
“Mijn vrouw begrijpt mij niet.”
Oei, dit klinkt heel eenzaam. Ik laat mijn laptop in de steek om mee te ’zoeken’ op de vertrouwde plaats. Daar, waar alles gewoon in het zicht ligt.. tjongejonge. Ik help hem wel even. Samen tuinieren wij op onze eigen manier, vooral mijn manier stelt weinig voor, dat is voornamelijk kijken en praten. Het leeuwendeel van het werk neemt manlief voor zijn rekening. Hij kan werken en praten tegelijk en we maken plannen voor de komende zomer. Wij spreken over de komende periode met nogal wat verplichtingen, maar ook hele leuke dingen. Met deze vooruitzichten in mijn hoofd loop ik naar mijn laptop om die af te sluiten. Zoals iedereen gaan ook wij de vakantieperiode tegemoet. Dus… Ik neem even wat tijd voor mezelf en las een schrijfpauze in. Ik wens iedereen een hele fijne zomer en geniet van elke zonnestraal. In augustus ben ik er weer.
Tot dan!