Het is weer de tijd van het jaar dat je mannen en vrouwen in groene pakken rond ziet struinen langs wegen en paden in het buitengebied. Velen onder ons genieten van de ecologische verbinding aan de buitenrand van Dongen. Men vindt het leuk daar af en toe oog in oog te staan met wild, iets waar deze strook voor is aangelegd. Echter, er is ook een groep die dat wild beheert en die komen zo net voor de feestdagen in actie.
Laatst zat ik in de buurt van een gezelschap van jagers. Sommigen waren al in overtreding, want ze zetten hun wapen in het café aan de kant. Men mag echter een dergelijke openbare plek niet betreden met een geweer, maar dat terzijde. Ik hoorde het gesprek aan en het ging over de haas. Iedereen aan de tafel was het erover eens dat men tegenwoordig zo weinig van deze dieren zag. Mooi, dacht ik nog, dan zullen ze daar zeker en vast niet op gaan schieten. Een paar dagen later reed ik door het buitengebied, over de Fazantenweg, een weg die zijn naam eer aan doet, want de fazanten zijn er haast niet meer te zien.
Het haasje
Maar goed, ik reed daar en wat schetst mijn verbazing: een aantal mensen met jachtgeweren en honden waren hazen aan het schieten. Net in het gebied dat notabene grenst aan de ecologische verbindingszone. Gekker moet het niet worden, dat juist zij die het beheer hebben over wild en mopperen over de lage stand, daar dan toch aan het oogsten waren.
Nu moet ik eerlijk bekennen dat ik het jagen absoluut niet toejuich, daar ik de reden van het jagen maar niet kan begrijpen. Een haas bijvoorbeeld, wat kan die in het huidige gebied nu aan kwaad doen? Natuurlijk zullen ze weleens aan gewassen vreten, maar om dat nu als reden aan te dragen ze te doden, vind ik raar. Veel van de gewassen laat een haas immers links liggen; ze passen niet in hun voedselpatroon. Daarbij komt dat vraatschade dikwijls op een andere manier voorkomen kan worden. De oprukkende bomenkwekerijen kunnen hun gewas beschermen door rasters met gaas, elektro rasters, of door zogenaamde manchetten rond de stam.
Vos
De vos staat ook hoog op de ranglijst als het gaat over het bestrijden van ongedierte, maar is dat wel terecht? De vos speelt eigenlijk een heel belangrijke rol als jager, want wat eet dit dier graag? Juist muizen en ratten, jonge konijnen, hazen, enzovoort. Toch eet de vos verder vele insecten, zoals mestkevers, sprinkhanen, en daarnaast ook vruchten. Bramen bijvoorbeeld zijn een favoriet voedsel; je kunt het simpelweg nagaan door hun uitwerpselen te bestuderen. De vossendrol bevat vele schildjes van mestkevers, maar ook zitten er altijd pitjes in van onder meer de braam. Tja, we zijn groot gebracht met kwaadsprekerij over dit dier, nog eens aangewakkerd door de vele fabels en sprookjes. Een vos kent zijn territorium erg goed en weet precies waar er wat te halen is. Gebieden waar geen vossen voorkomen, hebben al snel last van muizenplagen. Nee, ook de vos werkt mee aan een natuurlijk evenwicht. Woon je in het buitengebied, dan weet je dat je met de vos rekening moet houden. Zeker als je kippen, enzovoort, houdt, dan zul je die in deugdelijke rennen moeten beschermen.
Uilen
Gelukkig staan de uilen tegenwoordig beter aangeschreven; de tijd dat men uilen vastspijkerde op kerkdeuren ligt ver achter ons. Het aanbieden van nestgelegenheid voor uilen is bij velen vanzelfsprekend geworden. Zeker rond veebedrijven, waar allerlei lekkere granen en andere plantaardige middelen gevoerd worden, kan gemakkelijk een muizenplaag ontstaan. Kerkuilen, steenuilen en bosuilen zijn dan prima natuurlijke jagers. Met name kerkuilen en steenuilen zijn goed inzetbaar, simpelweg door het plaatsen van geschikte nestkasten. Deze nachtvogels weten als geen ander de muizen en ratten te vinden en voorkomen zo plagen. Het enige punt is wel dat ze dan ook wel binnen moeten kunnen komen. Had vroeger haast elke stal wel een uilengat, tegenwoordig zijn veel stallen hermetisch afgesloten. Met hun aerodynamische verenkleed is een uil onhoorbaar voor muis en rat, en is de trefkans erg groot.
Cijfers
Alles draait om cijfers; op allerlei gebied spelen cijfers een grote rol, alles moet getoetst worden aan rekenmodellen. Echter, als het gaat om dieren, dan zijn de juiste getallen niet te achterhalen. Elk voorjaar wordt er een telling gehouden door de wildbeheerseenheid, maar nergens kun je het resultaat terugvinden. Daarbij komt bij mij ook de vraag op: wie bepaalt hoeveel dieren er van een bepaalde soort voor mogen komen? Er zijn zo veel geheimen die de onderbouwing van het in stand houden van de jacht kunnen verklaren. Hetzelfde geldt overigens ook voor de hoeveelheid geschoten wild; nergens vind je daarover publicaties. Juist deze cijfers zouden duidelijkheid moeten geven over de noodzaak van de jacht en bij ons mogelijk begrip geven voor het beheer. Verder heeft dezelfde groepering de taak het bevorderen van de biodiversiteit in hun werkgebied. Daarbij denk ik aan het aanplanten van houtwallen, bosjes, akkerranden en dergelijke. Maar daar vind je maar weinig over terug, zelden lees je er tenminste iets over en dat is dan weer jammer.
Winter
Het is winter, een niet al te beste tijd voor al het buitenleven, tenminste als de temperatuur verder gaat zakken en er een sneeuwdek komt te liggen. Veel mensen staan dan klaar om met name de vogels te helpen. Men voert de vogels bij, met allerlei zaden, vruchten en andere materialen. Houdt er altijd rekening mee dat etensresten niet te zout zijn, ook als u zelf vogeltaarten of vetbollen maakt. Hetzelfde geldt voor de pindakaas; gewone pindakaas is veel te zout, de vogelpindakaas is favoriet. De soort met gedroogde meelwormen is een echte topper. Bij tuincentra, dierenwinkels en in uw supermarkt is van alles te koop. Zonnepitten zijn een geliefd voer; wil je voorkomen dat je tuin vol ligt met zonnepitschaaltjes, neem dan gepelde zonnepitten. Wat je bij vorst zeker niet moet vergeten, is een bakje of schaaltje met water.
Christ Grootzwagers, Natuurvereniging Ken en Geniet.