Iedereen verlangt naar de lente, zeker als er zo tussendoor een zonnige en warme dag valt te beleven. Toch is het nog steeds winter en er kan nog van alles gebeuren; het weer kan omslaan en koude geven, al wordt de kracht van de zon steeds groter. Velen denken dan al aan het klaarmaken van de tuin voor betere tijden. Er wordt veel geruimd en de snoeischaar wordt maar al te graag gebruikt. Op zich niets mis mee, want snoeien doet groeien. Maar dan moet dat snoeien wel vakkundig gedaan worden, met oog voor de plant, dus extra aandacht voor knoppen en dergelijke. Fruitbomen snoeien kan nog net, maar dan moet je er echt niet meer te lang mee wachten. Met de wat hogere temperaturen zie je de bloemknoppen en bladknoppen al opzwellen. Veelal is het wegknippen van kruisende takken al een goed begin, maar denk ook aan de recht opgaande loten; ook die moet je verwijderen. Je moet licht en ruimte creëren in de kroon van een fruitboom, zodat vruchtvorming plaats kan vinden.

Hagen

Ook hagen kun je nu een grote beurt geven, mochten deze te hoog of te breed worden. Beukenhaag mag je gerust met een groot stuk inkorten, zelfs tot op de stam; ze zullen beslist weer uitlopen. De grote onderhoudsbeurt kun je nu doen; straks in de zomer mag je alleen wat vormsnoei toepassen. Hagen vormen een natuurlijke afscheiding, zorgen voor windvang en bieden daarnaast een sublieme nestplaats voor vogels. Doornige hagen zijn bij menig vogel gewild; ze kunnen er gemakkelijk hun nest in bouwen en zitten veilig achter de doornige takken; geen kat of poes zal ze kunnen bereiken. Ook kun je nu klimop eens flink onder handen nemen, ook een geliefde plek voor broedende vogels, maar ook een prima overwinteringsplek voor bijvoorbeeld vlinders. De bessen zijn nu veelal opgesnoept, dus knippen maar en je hebt van de zomer weer een dichte struik of klimophaag.

Opruimen

De natuurtuinier houdt niet zo van opruimen; men laat oude stengels de hele winter staan, dit voor insecten die in de stelen schuilen. Toch kun je langzamerhand ook die stelen gaan verwijderen; daardoor krijg je licht op de grond en daardoor kunnen zaden beter uitschieten. Schoffelen is voor de natuurtuinier uit den boze; het verstoort het bodemleven en brengt alleen maar lastige ongewilde kruiden boven. Hoe meer je de grond met rust laat, hoe beter. Als het goed is, komen wormen in beweging en hebben al veel blad in de grond getrokken; dus uw bodem is al bemest en beluchtigd. Met schoffelen kan je zomaar de jonge plantjes beschadigen; jonge plantjes die als vanzelf elk jaar weer opschieten, althans als je de plant de kans hebt gegeven zich uit te zaaien. Elk jaar is het verrassend wat er nu weer zal opkomen, want het ene jaar en het andere scheelt heel veel.

Nat

Tja, ik durf er bijna niet over te beginnen, over de grote hoeveelheid neerslag die er is gevallen. Vaak roep ik: goed voor de natuur, en dat houd ik nog maar even vol. Bossen en heiden, eigenlijk elk natuurgebied, heeft te maken met de grote hoeveelheid water. Als natuurliefhebber ben ik bijzonder nieuwsgierig wat al dat water gaat betekenen voor de diverse gebieden. Na toch verschillende droge jaren hebben we nu eens een erg natte winter meegemaakt. Welke planten zullen daarvan gaan profiteren? Op de eerste plaats natuurlijk de vochtminnende. Nu al zie je hele plakkaten met speenkruid, waarvan op sommige plekken de gele bloempjes al open zijn gegaan. Zal dit ook opgaan voor koekoeksbloem, pinksterbloem, bosanemoon en sleutelbloem? Ik hoop het wel.

Insecten

Gaat de temperatuur omhoog, dan komen ook insecten tevoorschijn, zeker de beestjes die als volgroeid exemplaar de winter doorbrengen. Er zijn al als vlinder overwinterende vlinders gezien, zoals dagpauwoog en citroenvlinders. Maar ook hommels en bijen hebben reeds hun eerste voedseltocht gemaakt, op zoek naar nectar. Dan spelen wilgenkatjes, hazelaarkatjes, maar ook krokussen e.d. een grote rol. Let op een warme dag maar eens op; je zult dan vele insecten rond de bloeiende bomen kunnen zien rondvliegen. Wordt het wat kouder, dan trekken deze zich weer terug achter, met name, klimopbladen en tussen de graslaag. Hun hartslag gaat dan beduidend naar beneden, zodat ze minder energie verbruiken; de natuur zit wat dat betreft uitstekend in elkaar.

Vogels

U zult het vast al wel opgemerkt hebben: ook de vogels worden extra actief; mannetjes en vrouwtjes zoeken elkaar op. Als je goed kijkt, zie je al sommige soorten baltsen, van groot tot klein. De mannetjes doen hun uiterste best om maar in de gunst van een vrouwtje te vallen. Ze dansen, steken hun borst vooruit, draaien allerlei figuren en laten ook van zich horen. Roodborst, heggenmus, winterkoning, lijster en merel, je hoort ze al zingen. Kauwen, kraaien en roeken laten zich horen; ze gaan op zoek naar een geschikte nestlocatie. De meeste vogels zijn overal welkom; mensen vinden het maar al te mooi een broedende vogel in de tuin te hebben. We hebben daarvoor allerlei nestkasten opgehangen en hopen op broedsucces, althans geldt dit voor de kleinere vogels. Betreft het kauwen, kraaien of roeken, dan wordt het een ander verhaal.

Vogelverschrikker

In Dongen hebben we daarvoor een vogelverschrikker ingehuurd; een man die met een roofvogel op pad gaat. Soms klinken er allerlei krijsen in de straten, dit om de grote zwarte vogels te verjagen. Want we willen allemaal een mooie groene omgeving, maar krassende vogels mogen daar echt niet voor komen. Mijn vrees is echter dat, met al dat verjagen, ook gewenste vogels het hazenpad kiezen. Want een ronddolende roofvogel maakt geen verschil tussen soorten. Het afschrikwekkende gekrijs zal ook opgemerkt worden door spechten, merels, lijsters en andere vogels; zullen we die dan ook kwijtraken? Wij zijn gaan wonen waar eens natuur was, waar vogels al jaren voor kwamen; misschien moeten we dan enige overlast aanvaarden, de tol van een groene omgeving.

Christ Grootzwagers, Natuurvereniging Ken en Geniet.