Natuur is bijzonder kleurrijk; kijk maar eens naar buiten. Steeds meer kleur komt gratis en voor niets tevoorschijn. Het wit van de sleedoorn, het geel van de wilgen, en het frisse groene blad van de kamperfoelie. En dan hebben we het nog niet eens over de kleuren van de lucht, want wie op tijd opstaat maakt kans op de rode warme gloed van de zonsopkomst, als het weer mee zit.

Veel mensen beginnen al te klussen en te werken in de tuin, een ideaal moment om ook eens aan de vogels en insecten te denken. Want als u toch een andere boom of struik gaat planten, kijk dan ook eens naar inheemse planten. In de tuincentra zijn die gewoon te koop, al zul je er wel even naar moeten zoeken.

Bomen

Bomen heb je in alle maten, van groot tot klein, afhankelijk van uw omgeving en uw budget. In elke tuin past wel een boom, of boompje; soms worden ze aangeplant voor de mooie bloei, een ander plant een boom voor de vruchten. Het maakt niet uit, van bloeiende bomen worden vele insecten bijzonder blij, zeker als het vroegbloeiers zijn, want op wat warmere dagen begint het gezoem in uw tuin. Krent, meidoorn, sleedoorn, wilg, dat zijn zomaar enkele soorten die al vroeg bloeien. Ze kondigen de lente aan, iets waar eenieder naar verlangt. Dezelfde bomen geven later weer voedsel voor de vogels, dus je slaat twee vliegen in één klap. Fruitbomen zijn van harte welkom, ook die geven een prachtige bloesem en natuurlijk vruchten. Hazelaar daar maak je de eekhoorn blij mee; bijtjes en zweefvliegen bezoeken de bloeiende struik. In het najaar zal de eekhoorn maar wat graag de hazelnoten verzamelen. Vogels als de bekende gaai zijn er eveneens gek op.

Planten

Is het zonnig weer, dan zie je de parkeerplaatsen bij tuincentra volstromen; men gaat voor de mooiste kleuren. Inheemse planten zijn er meer dan genoeg; vaak bloeien ze nog langer als de exoten. Neem bijvoorbeeld de koekoeksbloem, van maart tot in november bloeit deze met roze bloemen. Wat ook mooi is van dergelijke planten, ze komen elk jaar opnieuw op, vaak zaaien ze zich prima uit. Een kleintje is het maarts viooltje, met zijn kleine paarse bloempjes trekt deze menig insect aan. Ze vormen na verloop van tijd mooie pollen die steeds groter worden. Neem je met een schopje een gedeelte van een dergelijke pol, dan kun je ze elders weer uitplanten en zo krijg je steeds meer kleur. Hetzelfde geldt voor de margriet; wie kent deze niet. Een prachtige witte bloem met gele kern, een gemakkelijke plant, welke zich erg goed laat vermeerderen. Het zaad valt vanzelf op de grond en wat later verschijnen er rozetten, die kun je gemakkelijk uitsteken en op een andere plek in de grond plaatsen, haast gratis en voor niets.

Muurplanten

Heb je een kale muur of schutting, dan kun je die verfraaien door het zetten van een klimplant of leiplant. Conteneaster, klimop, hortensia, maar ook clematis. Kies niet altijd voor de grootste bloemen, deze zijn juist minder aantrekkelijk voor insecten; een wilde clematis oftewel bosrank, clematis vitalba, heeft minder grote bloemen, maar geuren doen ze des te meer. Na de bloei verschijnen er erg aantrekkelijke zaadpluizen. Heggerank ook alweer een wilde plant, deze trekt vele insecten aan, niet alleen bijen maar ook vlinders. Plant je een doornige struik, dan maak je vogels blij; deze maken daar graag hun nest, tussen de doornige takken voelen ze zich veilig. De meeste inheemse planten hebben een dubbelfunctie; ze geven nectar tijdens de bloei, maar ook vruchten in het najaar.

Natuur als voorbeeld

Ga op pad en kijk eens hoe het eraan toe gaat in de natuur; probeer deze te kopiëren in uw eigen woonomgeving. Onze gemeente probeert dit al enkele jaren te stimuleren, door meer inheems plantgoed. De meeste mensen weten dit wel te waarderen; men vindt het prachtig als de bloemen bloeien. Alleen als het uitgebloeid is, dan krijgen sommigen problemen; men is er gewend aan dat gemeentewerkers alles opruimen. Wilde bloemen moeten echter eerst hun zaad verspreiden en ogen verdord iets minder mooi. Soms moeten we dat voor lief nemen en begrip tonen voor dit feit. Het voordeel van inheems plantgoed, dat kent bij lange na niet iedereen. Mensen hebben nu eenmaal van nature een neiging tot strak en schoon opruimen. Toch zie je door ander groenbeheer de biodiversiteit enorm toenemen. Tenminste als je het wilt zien; heb je niets met natuur, dan kan er wat dat betreft helemaal niets. Toch is het voor bewoners een soort van rustpunt; het genieten van al het groen met hun bezoekers.

Hei

Vroeger zaten we als Dongen temidden van de heide; in heemkundige boeken vind je de namen nog terug, de Heivelden. Dongen is echter zo snel gegroeid, dat er wat dat betreft ook veel verloren is gegaan. Alles wat geen waarde had en dat is vaak natuur, is opgeruimd. Dit allemaal om groei mogelijk te maken, groei van woonwijken en industriegebieden, daar is de hei aan opgeofferd. Als Natuurvereniging Ken en Geniet gaan we een heel klein stukje hei terug brengen in Natuurtuin Kandoel. Heide, met daartussen struiken als gaspeldoorn en brem. Het is een beetje nostalgisch, want vroeger stonden deze planten overal rondom en in Dongen. Brem bijvoorbeeld stond er zoveel, dat men vroeger ging bremmen, ouderen weten nog wel wat dat inhield. Mogelijk is daardoor Dongen zo uitgebreid, wat inwoners betreft. Zaterdag 16 maart doet Ken en Geniet mee aan NL Doet, een programma van het Oranjefonds, welke daarvoor financieel bijdraagt. Op deze dag gaan er voorlopig al 500 heideplanten de grond in; het planten gebeurt op de zaterdagochtend.

Christ Grootzwagers, Natuurvereniging Ken en Geniet