Als buitenmens heb ik hart voor de natuur. Gelukkig zijn er nog velen met mij die hetzelfde voor de natuur voelen. Toch blijft het altijd spannend wat er met de natuur gaat gebeuren; veel is afhankelijk van de politiek. En politiek, dat wordt uitgemaakt door ons. Wij maken de keuze voor een bepaalde partij, dus indirect hebben we invloed. Echter, welke partij je ook kiest, de natuur hangt er haast altijd maar wat bij; nooit wordt er gekozen voor echt natuurbehoud. Ja, in woorden wordt er wel wat aandacht aan gegeven, maar als puntje bij paaltje komt, dan gaat het roer steevast om. We zien het nu ook weer gebeuren: Europees beleid dat natuur een hogere status zou geven, wordt enorm afgezwakt, dit om protesten te voorkomen. Kortom, men durft geen harde keuzes te maken. Dit gebeurt echter maar al te vaak op Europees vlak, landelijk vlak, maar ook plaatselijk. Er wordt altijd gereageerd op protesten en dan is men toch bang voor stemverlies.

Roekengedrag

Bedreigend is de roekenstand beslist niet in ons kleine Dongen. Toch zag ik in ons gemeenteblad dat een valkenier hun gedrag gaat bestuderen. Mooi is dat, want juist die valkenier heeft opdracht de roeken te verdrijven. Wat blijft er dan te bestuderen over? Begrijpelijk dat men klaagt als men recht tegenover het huis een dergelijke kolonie heeft, maar hoe kom je ervan af, dat is maar de vraag. Want waar gaan de vogels naartoe als men ze op een plek wegjaagt? Juist naar een andere geschikte locatie. Gelukkig wonen ze nu in een prachtige groene wijk, met overal geschikte plekken. Bijzonder vind ik het dat een woestijnbuizerd de roeken naar het buitengebied gaat drijven. Zou een dergelijke vogel van tevoren de kaart van Dongen voorgelegd krijgen, met daarop de grenzen van de wijk aangegeven? Ben dan ook benieuwd waar de kolonie zich zal gaan vestigen. Overigens zit er al tientallen jaren een roekenkolonie net aan de grens van Dongen, welke daar gedoogd wordt.

Roek

Een roek is een kraaiachtige. Veel mensen zullen het verschil niet eens weten tussen een zwarte kraai en een roek. Zwarte vogels zijn sowieso niet in trek; ze worden gerelateerd aan krassen en kraaien. Het zijn dan ook geen geweldige zangers, toch hebben ze hun eigen vorm van communicatie. Als je ze goed in de gaten houdt, dan leer je vanzelf hun taaltje en gewoontes. Kauwen, nog zo’n vogel die niet erg geliefd is, kennen een hechte familieband, iets dat vele mensen juist wat schrik aanjaagt. Kauwen broeden in kleine kolonies, een soort van familie, die graag bij elkaar in de buurt woont. Zelf heb ik een dergelijke familie rond en op mijn huis zitten. Zo leer je de vogels goed kennen; ik weet wie de oudste is en dus de baas. Deze komt als eerste eten, samen met de partner; de kinderen zitten paarsgewijs op een afstandje. Is het ouderpaar klaar met eten, dan zijn zij aan de beurt. Een paar keer per dag gaat de familie gezamenlijk op pad, op zoek naar de rest van de familie. Op enkele punten komen ze samen; je ziet dan een pluk kauwen rondvliegen en andere groepjes sluiten zich daarbij aan. Steevast zitten ze met de hele groep even in een bomenrij, om dan te vertrekken voor een uitgebreide rondvlucht. Eten doen ze soms ook gezamenlijk, ja, dat in het buitengebied, op een net geploegde akker. De kleine familiegroep zie je vaak op de grasvelden, daar ruimen ze met name emelten op.

Merels

Kijk nu wordt het wat, de merel verschijnt ten tonele en laat die nou een betere zangstem hebben. Daarmee is hij meteen geliefd, al zijn er ook mensen die klagen over deze mooie vogel. Want man merel begint al in de vroege ochtend te zingen, vaak al voor het licht is. Net in de tijd dat we met open ramen kunnen slapen, zingt hij dat het een lieve lust is. Daarmee zorgt hij dat zijn gebied niet betreden wordt door andere merels, zeg maar om grensconflicten te voorkomen. Tevens is zijn zang zeer verleidelijk voor zijn vrouwtje; samen zorgen ze zo voor een broedsel. Gelukkig gaat het alweer wat beter met onze merels, want jarenlang zag je de stand achteruit gaan. Je zag dan stille vogels, die er ongezond uitzagen en weinig vluchtgedrag vertoonden. Nu zie je weer sterke merels, de mannen gitzwart en een diep oranje snavel, wat wijst op een goede gezondheid. Hoe meer kleur de snavel heeft, hoe beter zijn conditie is en dat heeft met zijn voedsel te maken. In een groene wijk doen de merels het dan ook des te beter.

Asiel

Misschien dat we aan de rand van Dongen eens een open bosje moeten aanplanten en er daar een asiel voor nooddruftige roeken van maken. De ecologische verbindingszone zou daarvoor een prachtige plek zijn. Maar hoe krijg je ze daar naartoe? Gelukkig hebben we daar een kracht ingehuurd; eens zien of die het voor mekaar bokst. Overigens zijn roeken voor de rest erg nuttige vogels; ze ruimen allerlei insecten op. Ook eten ze slakken, torren enzovoorts; ja, zelfs muizen staan bij ze op het menu. Een roek is eigenlijk nooit alleen; het zijn echte kolonievogels, ze doen zelfs spelletjes met elkaar. Gelukkig wonen we niet in Wenen, daar leeft een kolonie van een 250.000 exemplaren, dat in de winter. We gaan het verdrijven volgen; hopelijk komt er zo een oplossing en nu maar hopen dat de woestijnbuizerd het verschil kent tussen kraai, kauw, merel en roek.

Christ Grootzwagers, Natuurvereniging Ken en Geniet.