Als mens denken we vaak alles al te weten, althans zo zou je af en toe wel denken wanneer je wetenschappers aan het woord hoort. Maar weten we daadwerkelijk alles al, of ontgaan ons haast dagelijks dingen die gewoon elk jaar maar weer gebeuren om ons heen? Allerlei onderzoeken worden uitgevoerd, men vliegt zelfs naar de maan en andere planeten, toch is er nog genoeg te ontdekken rondom ons heen. Echter staan we bij die bijzondere dingen bijna nooit stil, hoewel ze van levensbelang zijn. Elk schakeltje in de natuur heeft zijn functie, iets waar we maar al te vaak aan voorbijgaan. Laten we eens wat nader ingaan op dit onderwerp, en zien of u zich dit al eens gerealiseerd heeft.

Tijdritme

Tijd is een voornaam element; soms komen we tijd tekort, en dan plakken we er een uurtje aan vast. Als mens zijn we op allerlei vlakken gebonden aan tijd, al hebben we als Dongenaren nog wel een voordeeltje, dat met ons Dongens kwartiertje. De natuur neemt het niet zo nauw met de tijd; klok lezen is er bij dieren, vogels, planten en insecten niet bij. Nee, de natuur past zich geheel aan aan de zon; het opkomen van onze zon bepaalt het ritme van de natuur. Wordt het licht, dan worden bepaalde dingen aangewakkerd; vogels beginnen te fluiten en andere gaan juist slapen. Nachtvogels hebben niets met de dag; ze gaan dan ook slapen.

Nacht

Vogels van de nacht, over het algemeen uilen, zijn voor hun voedselvoorziening toegewezen op dieren die in de nacht op pad gaan. Het is daarom dat de bosuil bijzonder vroeg in het jaar gaat broeden; januari is voor sommige bosuilen heel normaal. Als je erover nadenkt is het logisch, want zo vroeg in het jaar zijn de nachten nog lang. Lange nachten maken de kans op het slaan van een prooi dan ook een stuk groter. Daarbij komt dat de ondergroei in bos en veld nog erg sober is. Struiken en bomen zijn nog kaal, dat is mooi meegenomen als je gaat speuren naar muizen. En die muizen concentreren zich op bepaalde plekken, juist daar waar er genoeg te halen is voor hen. De bosuil pakt ook graag een vogeltje; ook die zijn gemakkelijker te vinden in kale bomen en struiken. Zangvogels slapen veelal op een tak; de bosuil weet dat maar al te goed en komt geruisloos aangevlogen en slaat toe, zo valt menig vogeltje ten prooi.

Meesjes

Koolmezen, pimpelmezen en andere meessoorten weten ook precies wanneer ze aan een nestje beginnen. Ze houden daarvoor de natuur in hun omgeving in de gaten; ze plannen vrij strak de tijd in van broeden. Zien de mezen veel vlinders vliegen, dan zegt hun instinct: over enkele weken zijn er rupsen. De eerst vliegende vlinders zetten binnen de korste keren hun eitjes af, juist in de tijd dat er veel jong groen uit gaat komen. Op de verse blaadjes ontwikkelen die eitjes vrij snel tot rupsen, die dan weer profiteren van dit jonge groen. Bij opgroeien zijn bouwstoffen voornaam, in jong groen zitten juist deze stoffen. Dus rupsen die al dat lekkere verse groen eten, zitten ook boordevol met energierijke bouwstoffen. Laat nou net in de tijd dat er volop rupsen zijn, de mees een nest met jongen heeft. Ja, meesjes hebben dezelfde behoefte: bouwstoffen, om snel groot te worden; zo worden de jonge mezen volgepropt met rupsen.

Steenuilen

Hadden we het daarstraks over de bosuil, nu gaan we uitweiden over de steenuil. Onze kleinste uilensoort van Nederland, komt in Dongen en omgeving vrij veel voor, mede door het ophangen van vele nestkasten. Op een zonnige dag kun je ze zien zitten, lekker genietend van de zon. De steenuil past zijn broedtijd weer aan aan de bloeitijd van de eiken. Hij houdt dat goed in de gaten; zo gauw er blad aan de eiken komt, slaan bepaalde insecten toe die afhankelijk zijn van de jonge uitlopers van het blad van de eik. Allerlei kevertjes zijn belust op het jonge groen, zo ook de meikever. Als de meikevers gaan vliegen, jullie mogen raden wanneer dat is, dan komt de steenuil in actie. De uilskuikens zijn dan op een leeftijd dat ze al wat grotere prooien aankunnen. Het steenuilenpaar slaat dan toe, ze struinen eiken af op zoek naar de meikevers. Natuurlijk spelen ook meidoornhagen daarbij een voorname rol, want ook daar barst het van de kevers.

Kikkers

Padden en kikkers zijn al net zo slim; ook die reageren op de daglengte. Deze amfibieƫn hebben al hun eitjes afgezet in het water. Rond deze tijd krioelt het dan ook van de kikkervisjes, maar waarom juist in deze tijd? Dat komt weer door insecten; rond deze tijd komt alle leven op gang, muggen leggen nu hun eitjes. Juist muggenlarven vormen een welkome voedselbron voor de dikkopjes. Op zich is dat maar goed ook, want anders zouden we enorme plagen krijgen van die lastige stekers. Nu denken die kikkers en padden slim te zijn; weer anderen gaan op jacht, als er straks jonge kikkertjes het water verlaten. Dus ook die dienen weer als voedsel voor een ander. Kikkers en padden zijn prima opruimers, onder andere van slakken, die we dit jaar maar genoeg zullen krijgen, gezien de natte periode.

Mieren

Staat de zon aan de hemel, dan zie je bij mierenhopen een drukte van belang. Een heel leger gaat aan de slag met het prepareren van het nest. Broedkamers moeten in orde gemaakt worden, voor een nieuwe generatie harde werkers. Die broedkamers zijn een gewilde prooi voor allerlei wezens; de mierenlarven zijn eiwitrijk. Groene spechten zijn maar wat gek op mierenlarven en ze graven dan graag in de mierenhopen. Zie je dat er een hele hap uit een mierennest is gehaald, dan is er grote kans dat er dassen in de buurt zitten, want die lusten dat lekker hapje ook wel. Natuur, het hangt allemaal van elkaar af; vergeet niet dat ook wij deel uitmaken van deze kostbare en kwetsbare natuur.

Christ Grootzwagers, Natuurvereniging