Op Hemelvaartsdag werd ik om zes uur ’s morgens wakker. O ja, het is Hemelvaart. Zo meteen hoor ik de muziek van de harmonie en de drumband. Tijd om eens buiten te kijken. Vervolgens komt het besef, nee, er klinkt geen muziek meer, er is geen dauwtrappen meer met muziek. Niet hier in ieder geval.
Het was zo’n mooie traditie, het muzikale dauwtrappen op Hemelvaartsdag. Toegegeven, eerst ben je dan even niet blij als er ’s morgens om zes uur muziek klinkt in de straat. Waar komt het vandaan? Is er iets te zien buiten? Hup, de rolluiken omhoog, het raam open en met een duffe kop buiten kijken. Ja hoor, daar was Drumband Beatrix te zien, compleet met majorettes. De drumband keurig in marstempo, de majorettes (ook in de vroege morgen) keurig dansend, hun ’stokjes’ op de maat van de muziek omhoog gooiend.
Ook de andere Dongense muziekverenigingen, Musis Sacrum en Aurora, deden mee aan de dauwtraptraditie (als ik het me goed herinner). Meestal zagen we de harmonieën niet op de heenweg, maar hoorden we ze wel. Uren later kwamen de korpsen terug, het marstempo iets gedaald, maar de muziek klonk nog steeds.
Een andere traditie was om in mei vanuit Dongen naar de Hasseltse Kapel te lopen in Tilburg. Geen idee of mensen dat nog steeds doen, eigenlijk. Ik heb het wel een paar keer gedaan, jaren geleden. Een paar keer met een vriendengroep. Dan kom je er pas achter hoe ver het al is om naar de Eindsestraat te lopen, vanuit bijvoorbeeld de Gladioolstraat. Pfff, dan denk je halverwege de Eindsestraat dat je al bijna in Tilburg bent, maar dat is helaas niet zo. Je moet nog kilometers en kilometers. Wat een eind lopen is dat toch! Wij vertrokken niet vroeg genoeg om de mis in de Kapel bij te wonen, of misschien liepen we niet hard genoeg. Geen idee. Gelukkig was de Kapel wel een hele dag open en konden we toch even naar binnen. En natuurlijk stond de snoepkraam er, dat was ook weer wel leuk. En bij de Postelse Hoeve kon je, toen nog, ook in de vroege ochtend terecht voor een kopje koffie. In die tijd was er ook nog een aantal cafés langs de route. Die waren op zondagen in mei extra vroeg geopend. Je weet het natuurlijk nooit met die dorstige wandelaars die vanuit Tilburg terugkwamen.
Eén keer hebben we de (bijna barre) tocht naar de Hasseltse Kapel met de familie gelopen. Ik weet nog dat een van mijn ooms ter hoogte van de Uiterste Stuiver al compleet uitgeput was. Maar hup, we moesten verder. En de tocht is volbracht! Van een andere traditie, om met de bus terug te gaan naar Dongen, was natuurlijk geen sprake. Je loopt naar ’De Hasselt’ of je loopt niet.
Dit jaar (en ook al een aantal andere jaren) ’s morgens geen muziek met Hemelvaart. Ook heb ik geen groepen mensen langs zien komen die naar de Kapel liepen. Ik heb me om zes uur ’s morgens nog maar even omgedraaid en ben weer gaan slapen.
Na Hemelvaart zag ik op de sociale media dat sommige mensen uit Dongen wél zijn gaan dauwtrappen of dauwrennen. Respect hoor. Ik krijg dat echt niet meer voor elkaar. Sommigen zijn zelfs vanuit Dongen naar ’s Hertogenbosch gelopen, ook zo’n oude traditie. Met natuurlijk, aan het eind van de rit, koffie met een Bossche Bol. Dat is genieten.
Hans en ik hebben rond Hemelvaart een culinaire reis gemaakt. Wij zijn gaan lunchen en hebben geborreld bij verschillende horecagelegenheden. Dat is misschien niet zo gezond, maar het is ons wel goed bevallen. Misschien het begin van een nieuwe Hemelvaartstraditie, in plaats van het dauwtrappen. Je weet maar nooit!