Politiek daar kun je als natuurliefhebber maar het beste vanaf blijven, het leidt van de ene in de andere teleurstelling. Hoeveel maatregelen zijn er al niet afgeschaft, hoeveel goede voornemens weer terug gedraaid, je wordt er een beetje moedeloos van. Zowat elke partij is het erover eens dat er wat moet gebeuren, maar als puntje bij paaltje komt, dan volgt er uitstel, een ontheffing of wat voor teleurstellende maatregel ook. Dus gaan we maar terug naar de realiteit, lekker naar buiten en positieve energie opdoen. De vogels fluiten je wakker, aan alle kanten zie je jong leven. Jonge merels scharrelen door het groen, koolmeesjes fladderen door de tuin. En de oudervogels hebben het er druk mee, ze moeten waken voor allerlei gevaren en ook nog eens voeren. Help uw vogels een handje, voeren mag ook in de zomer, gedroogde meelwormen in een schoteltje met water, daar zijn ze gek op.

Door Lia van Gool

Fluiter

De fluiter, wie kent hem nog? Nee, niet de winkel uit het verleden, ik bedoel natuurlijk het vogeltje. Je hoort hem eerder dan dat je hem ziet. Toch komt hij in best veel natuurgebieden voor. Afgelopen weekend mocht ik hem nog bewonderen vlakbij in Huis ter Heide. Vaak tref je hem aan in de rand van het bos; hij is plaatstrouw, dus kun je hem wekenlang volgen. Hij gaat niet ver van zijn plek vandaan. Soms zit hij op een zangpost te zingen, meestal wat aan de buitenkant van een boom, een enkele keer op dode takken van een omgevallen boom. Op bijgaande foto zie je dat het een onopvallend vogeltje is, zeker als hij in een boom of struik zit met bladeren. Je moet dan eigenlijk ook zijn geluid kennen en goed luisteren als je gaat wandelen. Zijn zang is onmiskenbaar en niet te verwarren met andere vogels. Hoor je een snel stuiterende knikker, dan heb je hem gevonden.

Gekraagde Roodstaart

Nog een bijzondere vogel, maar nu eentje die snel te ontdekken is, tenminste als je je ogen de kost geeft. Met zijn zwarte koppie, rode borst en haast witte onderzijde valt hij op, zeker in de top van een boom. Want ja, daar zit hij, als hij zijn zang laat horen, altijd in de top, of er niet ver onder. Altijd met vrij uitzicht, dus dan in het blikveld van ons als wandelaar. De vogel heeft een roestrode staart, die nooit stil staat, maar altijd trilt. Het vrouwtje is stil en minder opvallend van kleur, logisch, want die mag tijdens het broeden niet opvallen. Open gebied daar zul je hem aantreffen, aan de rand van een bos, liefst met hei of een akker. Het is een holenbroeder en soms maakt de vogel gebruik van een nestkast, ook in Dongen zitten ze op verschillende plaatsen. Eigenlijk begint het vogels leren kennen met het herkennen van geluiden; ken je die, dan wordt het een fluitje van een cent.

Insecten

Het is nu de tijd dat er veel insecten actief worden; van alles vliegt er rond. De mug kennen we allemaal wel. Zoemend vliegt deze rond op zoek naar een slachtoffer, liefst iemand met korte mouwen, korte broek en blote hals. Het zijn overigens de vrouwtjes die op zoek zijn naar bloed. We kennen de steekmug het beste, want daar hebben we het meeste last van; ze zijn gehaat bij vele mensen. Overigens steken deze muggen niet, maar bijten je. De vrouwtjes doen dit met de monddelen, waarmee ze vervolgens jouw bloed opzuigen. Zoemen doen alleen de vrouwtjes; ze doen dat om een mannetje te lokken, die de zoemgeluiden horen. Mannetjes zijn helemaal geen lastpakken; ze laten jou in ieder geval met rust. Muggen ruiken erg goed; mogelijk dat daarom vrouwen meer last hebben van muggen dan mannen, ze komen af op allerlei geurtjes. Dan zijn er ook nog de knutten en kriebelmuggen. Nu is er overal water genoeg, dus ook ruimte om zich voort te planten, want de eitjes worden gelegd in stilstaand water. Dus potten en pannen legen in uw tuin.

Geelbandlangsprietmot

Deze mot noem ik omdat ze nu veel te zien zijn; voor de scrabbelaar is het een prima puntenscore in ieder geval. De mot heeft enorm lange sprieten, de naam zegt het al. Het is een nachtvlinder, maar je ziet deze ook overdag, nooit alleen, maar meestal in groepjes. Ze dansen dan door de lucht, waardoor ze extra goed opvallen. De mannetjes hebben de lange voelsprieten, wel vier keer zo lang als ze zelf zijn. De vrouwtjes hebben veel kortere voelsprieten, welke net iets langer zijn dan haar voorvleugel. De volwassen vlinder heeft de brandnetel, de adderwortel en de margriet als voedselplant. Het vlindertje vliegt rond vanaf mei tot en met juli. Schijnt de zon een beetje, dan komen ze in beweging en verlaten hun schuilplaats. Je zult ze beslist wel een keer tegenkomen, als je de natuur in gaat tenminste.

Bladluis

Als we het toch over lastpakken hebben, dan nemen we de bladluis ook meteen maar mee. Overal hangt er nu vers groen blad dat nog lekker zacht is. De bladluis is daar gek op; ze zuigen uit het blad de sappen. En daar zit bij de mens het probleem, zeker als je auto onder bomen geparkeerd staat. De bladluizen scheiden na de vertering van de sappen een plakkerig goedje af, en laat dat nou precies op ons vervoermiddel vallen. Lieveheersbeestjes zijn gek op bladluizen; die lusten ze rauw, en mieren melken de bladluis. Ook allerlei sluipwespen, oorwormen en zweefvliegen zijn verzot op bladluizen. Maar dan moet er vanzelfsprekend niet bestreden worden met gif, want dan sterft ook de natuurlijke bestrijder en zitten wij met de honingdauw.

Christ Grootzwagers, Natuurvereniging Ken en Geniet.