De grote pestkop in mijn leven is het zandmannetje. Gillend van pret verstopt hij zich als ik wil gaan slapen. De hele nacht zwaait hij vele malen klierig met die zandzak en als ik hem bijna te pakken heb verdwijnt hij snel uit mijn zicht om niet meer terug te komen. Tot overdag. Dan maken wij veel ruzie omdat die gluiperd stiekem met slaapzand gaat strooien terwijl ik dan wil dat hij gewoon oprot.

Voor deze etterbak is het een sport om mij zo weinig mogelijk uren te laten slapen. Elke keer stap ik uit bed om hem te zoeken. Tot ik het opgeef en gewoon echt wakker ben en blijf. Hier knapt, letterlijk en figuurlijk, geen mens van op.

’s Ochtends, in het niets ontziende licht van de badkamer ga ik geplooid en verward de confrontatie aan met de spiegel. We kijken buitengewoon chagrijnig naar elkaar.

Ik: Jesses, wat zie jíj er uit zeg! Doe góed, dat gezicht.

Spiegel: Nee, jij dan, je ziet er echt uit als een schutting. Komt nooit meer goed.

Ik: Ach hou toch gewoon je kop.

Spiegel: Hou jij zelf je kop maar, die is van jou, je mag hem hebben.

Ik: Brutaal! Als ik straks gewassen en gestreken ben spreken we verder. Houdoe!

Na dit volwassen gesprek met mijn spiegelbeeld neem ik een douche waarna ik langzaam vrienden word met de make-up spiegel die mij na elke handeling beter begrijpt. Nog “even” aankleden. Mijn halve kledingkast is aan de beurt geweest, maar dit is de dag dat alles niks is. Jurk, rok, spijkerbroek. Bij het ene voel ik me een soort gestopte worst. Bij het andere een natte loempia. Als troost mag ik van mezelf weer mijn vertrouwde gemakskleding aandoen, gewoon zwart dus, zooo.. beter. In de badkamer doe ik nog even mijn haren. Ik sta als redelijk nieuw mens weer voor de spiegel.

Ik: Zo, had je nog wat?

Spiegel: Het gaat, het gaat.

Ik: Beter dan dit wordt het niet vandaag.

Spiegel: Als je haar maar goed zit.

Ik: Gelukkig heb ik nog zwarte kleding.

Spiegel: Hou daaraan vast! Op jouw leeftijd geen strakke kleding of een naveltruitje.

Ik: Zeg je nou dat ik oud ben?, met losse vellen? Ik kijk je nooit meer aan!

Spiegel: Tot morgenochtend!