Het werd ons nog niet zo lang geleden beloofd door een gezag voerend persoon, een mooie zomer, veel zie ik er nog niet van, u wel? We zullen het wel moeten nemen zoals het komt, zo gaat het al sinds mensen heugenis.

Voor de fiets en wandelliefhebber is een beetje zon van harte welkom, maar ook voor alle anderen. Als ik zo terug kijk, dan hebben we nog niet veel bijzondere dagen gehad, je ziet dan ook bijzonder weinig vlinders en andere insecten. Je kunt het zelfs merken aan de vogels, die hebben juist nu jongen te verzorgen. Nog nooit was het zo druk als dit jaar in mijn tuin, ouders vliegen af en aan, om voedsel te halen van de voedertafel, een teken aan de wand.

Rupsen

Rupsen vormen het hoofdvoedsel van veel tuinvogels; vooral de jonge vogels worden ermee gevoerd. Logisch, want die rupsen zitten vol voedingsstoffen, aangezien ze lekker het frisse groen eten. Verwar de rups niet met slakken; de rups vreet vooral inheemse planten. De brandnetel staat bij menig rups op het menu en wordt dan ook bijna helemaal kaal gevreten. Daarom is de brandnetel onmisbaar, ook al hebben we er bijna allemaal een hekel aan. Ze vermeerderen zich snel en als je ze wilt uittrekken, geven ze een branderig gevoel. Overigens groeien ze graag in uw tuin omdat daar een overvloed aan voedingsstoffen in de grond zit.

Slakken

Er wordt veel geschreven door de media over slakken, en dan vaak negatief. Zo trek je lezers, niet door te zeggen dat slakken nuttige beestjes zijn. Overal heb je goede en kwade, zo ook bij slakken. De slak is een weekdier, een buikpotige; de bij ons bekende slakken zijn toch zeker wel de landslakken. Je hebt er planteneters bij, aaseters en vleeseters. Wie kent niet de prachtige huisjesslakken? Daar hebben we nog niet zo’n hekel aan. Het zijn vooral die slijmerige naaktslakken die we verafschuwen. Hun slijmerige huid zorgt ervoor dat ze niet uitdrogen. Het slijmspoor dient om zich gemakkelijker voort te bewegen. Egels, kippen en eenden zijn geduchte slakkeneters, dus die zou je in je tuin moeten hebben.

Egel

De egel komt op vele plekken voor, ook in woonomgevingen; dikwijls zitten ze in het plantsoen. Ze leiden een verborgen leven; in de avond zie je ze soms over de grasvelden scharrelen. Als je ze in je tuin hebt, dan ben je een geluksvogel, want de egel ruimt veel lastige beestjes op. Heb je een geheel omsloten tuin, dan kun je simpelweg een opening maken onderaan je schutting, ongeveer 15 bij 15 centimeter, zeg maar een privé-ingang voor de egel. Laat hem maar snoepen van die naaktslakken; hij weet ze keurig op te sporen. Hetzelfde doet de lijster, die je kunt helpen door een steen in uw tuin te leggen. Die gebruikt de lijster dan als smidse. De huisjesslakken die hij vangt, slaat hij kapot op de steen. Komt hij vaak in uw tuin, dan vind je bij de steen de slakkenhuisjes.

Kikkers

Kikkers horen bij de natuur en in menig tuin met water komen ze voor. Een hartstikke nuttig beestje, ze eten allerlei insecten, maar dus ook slakken. Dus neem het gekwaak voor lief en laat de kikker het opruimwerk doen. Padden, hetzelfde laken een pak, want een pad lust zeker wel een slak. Het is de natuur: eten en gegeten worden. Want sommige soorten naaktslakken eten hun soortgenoten op. Laat de natuur zijn werk verrichten waarvoor ze geschapen is en veel plagen verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Nooit doen

Wat je zeker nooit moet doen, is het bestrijden met gifkorrels. Je kent ze wel, die blauwe korreltjes die je nu in menig supermarkt en tuincentrum aangesmeerd worden, vaak in de reclame. Die korrels laten de slakken uitdrogen, maar vogels eten dergelijke makkelijke prooien en krijgen daarmee ook de schadelijke stoffen binnen. Nu ze met jongen zitten, kan de schadelijke stof ook daar terechtkomen; menig jonge vogel sterft zo in het nest. Je vindt dan bij het schoonmaken van je nestkast helemaal ingedroogde kuikens en dat moet je voorkomen.

Wat dan?

De beste manier blijft naast de natuurlijke vijanden het verzamelen van de slakken. Dat kun je het beste in de schemering doen; dat is de tijd dat veel slakken tevoorschijn komen. Je doet schoonmaakhandschoenen aan, neemt een zaklamp of nog luxer, een hoofdlamp en gaat op zoek. Zelf weet je wel welke planten er aangevreten worden; daar kun je ze dan ook vinden. Nog een tip: leg een stuk nat karton in je tuin. Daar kruipen ze tegen de ochtend onder. Pak je het karton op, dan vind je ze als vanzelf. Ook onder planken en bloempotten zitten de slakken graag.

En dan?

Ja, dan zit je daar met een bak vol slakken, soms kunnen er dat wel honderd zijn. Waar blijf je ermee? Er zijn recepten om slakken klaar te maken voor het eten. Diervriendelijker is de slakken ergens weer uit te zetten, natuurlijk niet bij je buren. Daar is de buurman of vrouw niet blij mee, bovendien zitten ze binnen de kortste keren weer in uw tuin. Nee, zet ze wat verder weg van je tuin, in het plantsoen of een wilde strook groen, daar kunnen deze overigens nuttige beestjes dan verder leven.

Honden en katten

In deze tijd zijn onze huisdieren geduchte vijanden in de natuur, tenminste als ze loslopen. De ree heeft nu bijvoorbeeld zijn kalfjes; nog al te vaak vallen die ten prooi aan honden. Onze lieve kat of poes blijven roofdieren; hoe vaak brengt uw huisdier niet een dood vogeltje mee en deponeert dat op uw mat? Probeer daarom uw huisdier in deze tijd op uw eigen terrein te houden. Het dier kan dan wel buiten, maar pakt geen jonge vogels elders. Span desnoods langs de rand van uw tuin een net; u redt er menig vogel mee. Zo zijn er allerlei voorzieningen om uw huisdier buiten te laten spelen, zonder schade aan te richten. Alvast bedankt namens de vogels.

Natuurman Christ, Natuurvereniging Ken en Geniet.