Grote springkussens staan al klaar op het parkeerterrein bij de noodopvang aan De Nestel. Overal hangen ballonnen. Mensen zoeken een plaatsje voor hun fiets of zoeken de ingang. Langzaamaan druppelen de bezoekers binnen bij de noodopvang voor asielzoekers. Vandaag houden zij een Burendag.

door Lia van Gool

Hapjes

Locatiecoördinator van het Rode Kruis, Halife Öztürk, vertelt: “Wij houden deze Burendag omdat wij buren zijn van de samenleving en wij zijn buren van de inwoners van Dongen. Dit is voor ons een feestelijke dag.” En die feestelijke sfeer is goed voelbaar op het terrein. In de grote tent staan heerlijke hapjes klaar voor de bezoekers en er is wat te drinken. Voor de kinderen loopt een clown rond. Twee dames genieten zichtbaar. “De hapjes zijn door de mensen hier zelf gemaakt. Wij zitten hier eerste rang, wij kunnen zo lekker kijken naar de dansgroep die op gaat treden. Wij hebben al een rondje gelopen. Het is echt gezellig.” Een andere bezoeker vindt het ‘een hele prestatie om zo’n burendag te organiseren’.

Dansvloer

In de tent staat een aantal kraampjes van verschillende organisaties, zoals Vluchtelingenwerk en Safe4You. Adnan Batlak van Safe4You (het bedrijf dat zorgt voor de woonbegeleiding) vertelt dat er al mensen hier waren vóór 13.00 uur (de officiële start van de Burendag). “Dat is positief, vind je niet?”

Dansgroep Koma Armanc is speciaal voor deze dag naar Dongen gekomen. De leden van de groep verzorgen regelmatig optredens bij festivals en andere evenementen. Tijdens hun optreden proberen zij de bezoekers mee op de dansvloer te krijgen. Sommigen doen graag mee, anderen blijven liever kijken. De muziek vult de grote ruimte. De sfeer wordt alleen maar beter.

Meer kansen

Buiten schijnt het zonnetje. Bezoekers en bewoners lopen door elkaar heen. De Afghaanse Khadeja is er met Jessica. “Ik werk bij de bibliotheek”, zegt Khadeja, in een mengelmoes van Engels en Nederlands. “Jessica is mijn ‘boss’.” Jessica moet er om lachen, dat zij ‘boss’ genoemd wordt. Zij ziet zichzelf meer als begeleider van Khadeja. Khadeja is zestien maanden in Nederland. Zij vindt het hier prettig, zij is hier veilig en voelt zich ‘comfortable’. “Ik kan hier alles doen wat ik wil. In Afghanistan kan dat niet. Vrouwen hebben hier meer kansen.” Khadeja houdt van de mensen in Nederland. “Ik wil graag meer contact met de Nederlandse bevolking”, zegt zij. “Het is lastig om, als vluchteling, contact te krijgen met mensen. Ik wil graag meer leren over de cultuur hier en ik wil de taal leren.” Zij ziet in Nederland een ‘bright future’ voor zich.

Geen uitkering

Bassam (45) is vrijwilliger bij DVVC. Samen met de vaste ploeg haalt hij oud papier op. “Je kunt mij overal inzetten”, zegt hij met behulp van tolk en woonbegeleider Mohammed Mokhtari (eveneens 45, ‘maar je mag ook 24 zeggen, hoor!’). Bassam is nu zeven maanden in Nederland. Hij spreekt de taal nog niet, maar hij wil zeker Nederlands gaan leren. “Ik help vier dagen in de week om papier en karton op te halen”, gaat Bassam verder. “Van maandag tot en met woensdag en op vrijdag.” Het leuke is dat Bassam en de schrijver van dit artikel elkaar al eens een keer ontmoet hebben op een vrijdagochtend bij DVVC. Bassam vindt het werk dat hij doet leuk, anders zou hij er mee ophouden, zegt hij. Graag zou hij nog meer werken, of ergens een vast contract krijgen (hij is van beroep vrachtwagenchauffeur). “Ik wil geen uitkering, ik wil gewoon werken.”

Plezier

Tolk Mohammed werkt als woonbegeleider en ‘tolkt’, als dat nodig is. “Ik doe dit werk al heel lang. Er zijn veel goede momenten met de bewoners en er zijn nooit problemen. Wij werken hier met een goed team.” Mohammed vertelt dat hij alle Arabische talen spreekt die gesproken worden in de wereld. Daarnaast spreekt hij nog Spaans, Frans en natuurlijk Nederlands. “Ik doe dit werk met plezier, ik wil iedereen een kans geven.” Mohammed vindt het vervelend dat vluchtelingen zo vaak negatief in het nieuws komen. “Wij proberen hier om iedereen zo snel mogelijk te laten integreren. Wij staan klaar voor de bewoners hier om hen te helpen.”