Oude tijden herleven, de voedselbossen schieten uit de grond, ook in Dongen en omgeving vindt je deze gebieden. Oude tijden herleven, althans zo zie ik het, want vroeger had haast iedereen zijn privé-voedselbos, gewoon achter het huis. Toen heette het nog gewoon de moestuin, of den hof. Men verbouwde groente en fruit voor het eigen gezin en er werd geruild met de buren. Goed bezien waren dat gouden tijden, sla, aardappels, allerlei kolen, bessen, aardbeien, rabarber enz. Daarnaast hadden we nog in het buitengebied de houtwallen met bramen, hele emmers werden er geplukt.

In de weck

Veel werd er bewaard, moeders was er maar wat druk mee: er werd gekookt en ingepakt. De kelders stonden vol met rijen potten, voorraad voor de winter. Keulse kruiken dienden als opslag voor witte kool, enzovoort. Alles afkomstig van eigen grond, waardoor je precies wist wat ermee gebeurd was. Gif spuiten was er meestal niet bij; men schoffelde zelf tussen de verschillende gewassen. Van groeimiddelen had men nog niet gehoord; je verbouwde de groente die op jouw grondsoort het beste deed. Men at wat er in het seizoen verbouwd werd, soms moest je zelfs wachten tot er een nachtje vorst was geweest, dan waren de toppen het lekkerst.

Toekomst

Wordt wat men vroeger deed opnieuw de toekomst? Waarschijnlijk niet, mensen hebben er geen tijd meer voor. Groente en fruit worden van over de hele wereld naar Nederland getransporteerd. Eigenlijk te gek voor woorden, maar we doen er allemaal aan mee. Nederland exporteert de beste groente naar het verre buitenland, vaak ook nog eens met subsidie. Toch kun je op steeds meer plaatsen terecht voor biologisch geteelde producten. Bedrijven proberen kleinschaliger groente en fruit te telen, soms met hulp van vrijwilligers.

Natuur

In de natuur groeit veel wat door mensen geconsumeerd kan worden, bramen zijn populair, misschien vanwege de nostalgie. Vooral ouderen zie je nu met emmertjes lopen, op zoek naar de vruchten uit de natuur. Maar pas op, er loopt van alles rond in de natuur: vossen, honden, reeën, enzovoort. Deze dieren markeren hun leefgebied door geursporen af te zetten. Al die dieren spuiten hun urine tegen overhangende struiken, wat gevaar kan opleveren. Met name van vossen is bekend dat zij lintwormen kunnen hebben; eitjes daarvan verlaten het lichaam bij het markeren, dus laat zeker de onderste vruchten hangen.

Voedsel

De vruchten langs de bosranden zijn het hoofdvoedsel van allerlei dieren, vogels en insecten. Dus haal geen grote hoeveelheden weg uit de natuur en gun het deze dieren. Bijen, wespen, zweefvliegen en vlinders zijn verzot op dit fruit, liefst net wat rottend. Van hommels is bekend dat ze, na veel gesnoept te hebben, als het ware zat op de vruchten zitten. Hetzelfde geldt voor lijsters en merels, als die te veel bessen verorberd hebben van de lijsterbes, dan zitten ze wat versuft te kijken. Ook hazelnoten, beukennootjes en kastanjes zou men met mate mee moeten nemen. Eekhoorns, muizen en diverse vogels zijn daarvan afhankelijk. Ze leggen wintervoorraad aan, maar dan moeten er wel voldoende vruchten zijn.

Boomgaard

Als je het over een voedselbos hebt, dan is de ouderwetse boomgaard niets anders dan dat. Als kind gingen we altijd helpen in de bogerd aan het eind van de straat, in de sticht. Appels, peren en pruimen, ze lagen voor het oprapen, of je haalde ze uit de boom met daarvoor geschikt gereedschap: de lange steel met daaraan een ring met uitsteeksels en eronder een opvangnetje. Ook dat fruit werd opgeslagen voor slechtere tijden. Appelmoes ging in de weckpotten, peren en stoofperen, het water loopt me al in de mond.

Kandoeltuin

Aan de rand van Dongen ligt natuurtuin Kandoel, eigenlijk ook een dergelijk voedselbos. Je kunt er appels, peren, noten en pruimen vinden. De eerste vruchten vallen al op de grond en die mag je zomaar meenemen. De tuinwerkgroep zegt weleens tegen mensen die appels komen rapen: "Je mag ze meenemen, maar het zou bijzonder leuk zijn als je op maandagmorgen een lekker appelvlaai komt brengen." Voor wat hoort wat, men zegt het dan als grap, maar toch hebben ze al weleens een verrassing gescoord.

Tuin thuis

Natuurlijk zou het fantastisch zijn als meer mensen aandacht zouden hebben voor al wat leeft. Tuinen zijn bij uitstek kleine natuurparadijsjes, tenminste als men er werk van maakt. Er zijn allerlei kleine fruitbomen, maar ook struiken met bessen en wat te denken van een sleedoorn- of meidoornhaag. Je doet er de besseneters een groot plezier mee en ook de vogels, die maar wat graag broeden in een doornige struik. Zelf fruit oogsten, dat geeft extra voldoening en je weet wat je eet. Immers, je verzorgt zelf je planten en weet wat ermee gebeurt. Kersen, die had ik nog niet genoemd, maar ook bessen, kruisbessen en bramen, kunnen gemakkelijk geteeld worden, zelfs tussen je siergewassen.

Leuk

Natuurlijk is er wel werk mee gemoeid, om je tuin eetbaar te maken. Het geeft echter veel voldoening, om je eigen teelt te oogsten. De natuur is er bijzonder mee geholpen, want hoe meer variatie in je tuin, hoe meer leefgebied dat insecten en vogels hebben. Helemaal mooi zou het zijn, als je met je tuin soorten als de egel binnen je grenzen kunt lokken. Weet dat haast elk insect, dier of vogel een bepaalde functie heeft, om plagen te voorkomen. Een vos eet muizen en ratten, een egel slakken en ander ongedierte, bijen, wespen en zweefvliegen zijn er voor de bestuiving. De vogels op hun beurt vangen het teveel aan insecten weer weg. Samen met de natuur redden we het wel, zonder natuur leggen we het loodje.

Natuurman Christ, Natuurvereniging Ken en Geniet