Zestien personen, Team Groen en Team Blauw, lopen zoekend en puzzelend door Geertruidenberg. Iedereen voelt zichzelf een soort geheim agent met een opdracht. Het centrum lijkt ineens veel kleiner dan gedacht. Elkaar vermijden is tot kunst verheven. Spiedend om de hoek kijken of je de “vijand” ziet. Als je een glimp van het rivaliserende team opvangt, maak je met gebalde vuist je ongenoegen kenbaar. Of je roept, zoals ik, in het vuur van de strijd keihard over het plein: “Pas op! Spionnen!! Spionnen!!”. Nog een wonder dat we niet met z’n allen zijn opgepakt.
Even vanaf het begin. Elk jaar verzinnen Manlief en ik iets voor de gezinsdag die wij 34 Oktruari noemen. Dit jaar is het de American Schoolbus Challenge. In zo’n echte oude gele Amerikaanse schoolbus begint het avontuur. Hotseknotsend op de Spartaanse bruine banken komt iedereen nader tot elkaar, wij ondergaan immers allemaal gierend van pret dezelfde “marteling”. Voor extra “leed” is er ook kei- en keiharde muziek, “om de rotherrie van de bus te overstemmen” beweert de chauffeur. Na deze rit worden we met een gsm en een boekwerk vol opdrachten in het centrum van Geertruidenberg gedropt. De teams splitsen zich en vanaf dat moment zijn we elkaars tegenpartij, zeg gerust vijanden. Manlief maakt zich, zonder omkijken, met Team Blauw alvast uit de voeten. Wij, Team Groen, daar hoor ik bij, overleggen ter plekke en vinden onszelf nu al slim.
Het tellen, speuren, oplossen gaat ons goed af, ook omdat Tante Betje buitengewoon goed met de gsm overweg kan. Zij loopt heel snel en verdwijnt telkens tijdelijk uit het zicht. We zoeken wat af, naar gebouwen, ornamenten en naar Tante Betje. Nu richting Vismarkt om een beeld te zoeken. En daar komt Team Blauw aangeslopen, met zo’n gemene grijns op de gezichten. Maar wij van Team Groen hebben de snoodaards vanuit de ooghoeken al gezien en blijven strijdbaar in carré staan “Ga weg jullie, spionnen! Wij waren hier al!” Een Blauwe onverlaat verdwijnt gniffelend nadat wij hem hebben betrapt bij spieken op ons papiertje. Ons team ziet regelmatig geniepige acties zoals b.v. een vals hoofd dat terug in de bosjes duikt. Nee, dan zijn wij eerlijker: wij stappen ijskoud naar Team Blauw en vrágen gewoon waar dat beeld van de zalm is. Eentje wijst ook nog: “Daar is-ie”. Wij lachen in ons vuistje. Team Blauw dreigt door dit verraad in onmin uit elkaar te vallen. Een dag van strijd. Tussen opdrachten door snel wegduiken en elkaar aftroeven. Manlief en ik zijn voor vandaag elkaars rivalen. Samen met onze kinderen en kleinkinderen zitten we op het niveau van valse, fluisterende en konkelende apenkoppen, want we willen allemaal maar één ding: de speurtocht winnen.
Deze dag is voorbij en de opdrachten zijn ingeleverd bij de chauffeur van de bus. We gaan afsluiten met een barbecue en dan horen wij ook wie er heeft gewonnen.
Team Blauw!? Hoe dan! Ons Groene Team smoezelt verontwaardigd boven de borden met vleesjes en zo. Het woord “matchfixing” valt zelfs! Inderdaad ja, hier is het laatste woord nog niet over gezegd. Maar het was heus een succes, met lachen gieren brullen!